Monday, November 13, 2006

Wat vooraf ging deel 3

September, oktober, november en december 2004 - Vietnam Thailand Maleisië Singapore Indonesië Nieuw-Zeeland

Verzonden: wo 29/12/2004 9:53
Onderwerp: Van Vietnam tot in Kiwiland

NOORD VIETNAM

Reeds enkele weken voordat Hanoi gesloopt werd onder het gewicht onzer stappen reisde ik in het gezelschap van een vrolijke bende langharige noord engelse hooligans, ouwe rockers uit de tachtiger jaren en rasechte 'bikers' op de koop toe. Een dikke maand geleden had ik hen in Sihanoukville leren kennen en ter hoogte van Dalat liepen we elkaar opnieuw tegen het lijf. Verder werd onze bende aangevuld met een getatoeëerde zuid engelse ruweling, fotograaf, stand-up comedian en eveneens fervente motorrijder. Vrolijk en welgemutst besloten we gezamenlijk een schipper aan de haak te slaan om ons in een drietal dagen doorheen het monumentale Halong Bay te laten varen. Rotsen steken hier als drakentanden uit het water. Het uitzicht is adembenemend. Eén van de eilandjes wordt bevolkt door een schattige apenkolonie. Tom dus daarheen! Wat ik echter niet wist was dat onze invasie niet naar de zin was van de leider van de kolonie. Kortom, een wilde charge en flink wat schrammen later besloot ik de aftocht te blazen met de staart tussen mijn twee benen.

Drie dagen en vele zeemansliederen later smeren we onze kelen voor de hogere frequenties van het Alpen gejodel. Want onder begeleiding van enkele vaten bia-hoi (dit woord wordt gebruikt voor een geelachtig vocht, in huiselijke sfeer gebouwen en goedkoper dan water) sporen we naar Sapa, hoog in de bergen en dicht tegen de Chinese grens. In de restauratie wagon staat er “hardgekookt ei met plain rice” op het menu en een donkerbruine vleesachtige hutsepot. Er lopen verdacht weinig honden door de trein ... waar zijn die toch allemaal heen?? …nogmaals dank ik God vegetariër te zijn. In Sapa aangekomen besluiten we eensgezind om oude Russische Minsk motoren te huren en alzo de streek te verkennen. Gelukkig heb je in Vietnam geen rijbewijs nodig. Zo dus, na een vliegensvlugge cursus motorrijden scheurt Tom al schokkend de weg op, de bergen tegemoet. Door mijn achteruitkijkspiegel zie ik het alsmaar kleiner wordende gezicht van de arme man (die me zijn motor verhuurde) vertrekken in een ongeruste kramp... Zou hij vrezen voor mijn leven of voor zijn motor? Zonder noemenswaardige problemen leveren we echter, na een heerlijk dagje cruisen, slalommen en scheefhangen, onze machines heelhuids terug binnen.

In Hanoi terug aangekomen doe ik nog snel de groeten aan onze goede kameraad 'uncle Ho' (Chi Min), die in zijn mausoleum naar het plafond ligt te staren en boek ik een vliegtuigticket naar Thailand.

KOH TAO – THAILAND

Ik ben aan verlof toe. Wat kun je in dat geval beter doen dan in Thailand op een strand te gaan zitten, rustig wegdromen in een boek, mango's eten en fruitshakes drinken, kokosnoten leegslurpen en fried noodles met pindanootjes bestellen? Maar in minder dan een half uur na aankomst bevind ik me plotsklaps in een klaslokaal. Wat doe ik hier nu in hemelsnaam? Het blijkt een PADI duikcursus te zijn. Enfin, om het verhaal kort te maken, een week later verlaat ik het eiland met een duikbrevetje op zak. Een nieuwe wereld gaat voor mij open: de magische onderwaterwereld. Hoera!!

KOH PAGNAN – THAILAND

Nu is het werkelijk verlof, aan het rustig strandje van Hat Sadet. Niets doen en lezen en nog eens niets doen. Het blijkt volle maan te zijn en geruchten gaan de ronde dat ze hier dan een feestje houden op het strand. Dat kan ik niet missen. Doorheen de duisternis voert de boot ons zuidwaarts tot we de houten bodem van onze sloep over het zand van Hat-Rin voelen schuren en de techno beats ons bijna terug het water inblazen. Verdorie, dat is hier geen klein feestje met de gitaar rond het kampvuur. Waar ben ik in hemelsnaam beland? ... 4000 vastgeroeste hippies, drugverslaafden en tieners op zoek naar hun identiteit huppen ritmisch op en neer. Enfin, ik heb me gedragen en niets kan me ten laste worden gelegd. Bij het krieken van de dag pikt onze boot de moegestredenen terug op en zien we het als door een razende orkaan vernielde strand achter de horizon verdwijnen.

MALEISIA

Alvorens de monsoen aan de oostkust van Maleisië losbarst rep ik me nog snel naar de Perhentian islands, een duikparadijs. Pinnacles bezaaid met weelderige harde koralen, tapijten van zachte sponzen en triljoenen visjes rondom. Vervolgens voert de weg me naar 'Taman Negara', een gigantische jungle in centraal Maleisië. Dit is een wandelparadijs en een broedhaard voor bloedzuigers: uiterst vervelende beestjes die in de schoenen en op je benen en overal waar mogelijk kruipen om zich te laven aan je bloed, alsof ze op café zitten.

Zwaar paranoïde en met "bloedzuigerachtervolgingswaan" vlucht ik terug de bewoonde wereld in naar de hoofdstad Kuala Lumpur. Deze wordt echter geteisterd door een veel grotere en ernstigere plaag: beschaving. En wel onder de griezelige vorm van McDonalds, Burger King, Dunkin Donuts, Starbucks coffee en zelfs Kenny Roger's Roasters. Maleisië kan opscheppen met de prachtigste natuur (er wonen hier slechts 10 miljoen mensen) maar het is niet mijn meest favoriete bestemming. Het mist de authenticiteit van andere Aziatische landen en bevindt zich in de genadeloze greep van de Amerikaanse cultuur. Wachtend op mijn visa voor Indonesië besluit ik een bezoek te brengen aan Melaka, een klein kuststadje met (dankzij haar strategische ligging) een rijke geschiedenis. De VOC van onze noorderburen heeft hier nog lelijk huis gehouden. Maar het waren kloeke kerels, die Hollanders, dat kan niet ontkend worden. En ik bewonder hun moed wel, onverschrokken als ze waren. Je kunt hier nog steeds hun "Stadhuys" bezoeken.

SINGAPORE

Een diabolische wilgroei van het Wijnegem shopping center.

JAVA - INDONESIE

Welkom in Jakarta, het vroegere Batavia. Nu een grote vuile stad. De toeristische buurt blijkt uitgestorven te zijn. Geen kat vertoont zich op straat. Vorige week is er een bomaanslag geweest op de Australische ambassade, er is net een machtswissel aan de gang, het is laagseizoen en ramadan op de kop toe. De nasi gorang ligt al weken in de warungs te bakken, de gidsen en motorchauffeurs zitten werkloos en met hangend hoofd op de stoep. Blaaspijpverkopers uit Borneo draaien moedeloos rond op de hoek van de straat. De restaurants zijn leeg en in de cafés speelt men muziek voor een half dozijn uitgehongerde ratten. Er hangt dus een belabberde sfeer over de stad. Een zekere avond worden we opgeschrikt door zwaailichten en sirenegeloei. Wat zou er aan de hand zijn? Een falanx van de oproerpolitie draaft in slagorde de straat in. Aan beide uiteinden van de Jalan Jaksa krioelt een opgehitste menigte. Met gebalde vuisten trachten ze zich door de muur van agenten een weg te banen. Hier en daar vliegen stenen en stokken door de lucht. Het restaurantje waar ik me op dat moment bevond doofde alle lichten en we lepelden in duisternis onze rijst naar binnen. Sommige mensen verdragen het niet dat er restaurants tijdens de ramadan overdag geopend zijn en een moslimvereniging heeft opgeroepen tot verzet. Gelukkig horen we het gejodel van de imam: het is gebedstijd. De gemoederen bedaren en iedereen keert vreedzaam terug naar huis. De lichten gaan terug aan. Gek hoe alles hier bedekt moet worden: de schoonheid van vrouwen onder een lange sluier en de ramen van de restaurants met een groot gordijn (om tijdens de ramadan niet al etende betrapt te worden). Alles wat niet gezien wordt is toegelaten.

Jakarta is de enige plek waar authentieke houten schoeners nog steeds manueel geladen en gelost worden, in de oude haven van Sunda Kelapa. Honderden schepen liggen hier aangemeerd. Dokwerkers dragen zware planken afkomstig van Kalimantan en Sulawesi, zakken rijst van Flores en Sumatra en veel meer op en af de schepen. Onder luid gelach besluit ik om een handje toe te steken. Het zijn toffe gasten, die dokwerkers. Na enkele zware planken van het schip te hebben gedragen en op de vrachtwagen te hebben gehesen houd ik het voor bekeken. Een slappe westerling als ik kan dit zware werk niet aan.

Via de eindeloze buitenwijken van Jakarta, de stad Bogor, het dorpje van Pangandaran, Yogakarta (de culturele hoofdstad van Java), de indrukwekkende Boeddhistische tempel van Borobudor, het machtige kraterlandschap van de actieve Bromo vulkaan en met vele avonturen onderweg steek ik over naar mijn volgende bestemming: Bali.

BALI - INDONESIE

Het doet goed om terug boeddhistische grond onder de voeten te hebben. Hier kan je terug volledig ontspannen. Het eiland lijdt nog steeds erg onder de gevolgen van de “Bali bomaanslag”, ondertussen al enkele jaren geleden. De grote massa toeristen blijft weg en verkoopsters op het strand krijgen hun mango’s, ananassen, papajas en bananen nog niet aan de straatstenen kwijt. Sarong verkoopsters wandelen kilometers met je mee.
In het oosten van Bali, ter hoogte van Tulamben, kon ik het niet nalaten om enkele prachtige duiken te maken waaronder eentje op het wrak van de (tijdens WOII getorpedeerde) U.S. Liberty, een gigantisch met kanonnen bewapend cargoschip.

GILLI - INDONESIE

Meer relaxen en nog een duikcursusje erbij. Via het rovershol van Bangsal, aan de oostkust van Lombok, zet ik over naar de Gilli's. Jammer genoeg is het koraal hier rond de Gilli eilanden bijna volledig verbleekt door het “El Nino” fenomeen. De locale vissers maken het werk van de natuur af met hun techniek van “fish bombing”: dynamietstaven worden in papajas gestoken en in zee tot zinken gebracht. Wanneer ze op de zeebodem tot ontploffing komen drijven de dode vissen vanzelf naar de oppervlakte. Wat je op een ganse dag met netten en hengels kunt vangen oogst je nu in een wip en een gauw met enkel staven dynamiet. De stranden liggen vol aangespoelde brokken koraal. Dat doet me pijn. Qua zee fauna valt het hier dan weer wel mee. Massa’s schildpadden, … Eindelijk bespeur ik na vele natte dromen mijn eerste haai: wel 15 magnifiek gestroomlijnde white tips op één duik tijd. Wat een "eerste keer" :-) Wat een extase!

Ondertussen zijn we nog steeds midden in het mango seizoen. Terwijl mijn mango verslaving een climax bereikt hijs ik het zeil van Lombok naar Flores.

FLORES - INDONESIE

Maar eerst een korte tussenstop in Komodo. Daar gaan we met ons fototoestel jagen op de "Komodo Dragons". We hebben pech: alle draken hebben zich verstopt. Er zijn enkel twee ouwe kanjers te bespeuren die bij het ranger station rondhangen en schijnen af te gaan op de geur van verse soep. Men verzekert ons dat het geen tamme exemplaren zijn die hier gevoederd worden om ontgoochelde toeristen te bedaren. Deze reptielen hebben de reputatie om tamelijk gevaarlijk zijn. Normaal gezien bestaat hun dieet uit kleine hertjes, maar vorig jaar zouden ze twee Zwitserse toeristen soldaat hebben gemaakt. Of is ook dat ons wijsgemaakt?

De onderwaterwereld van het “Komodo National Marine Park” is uit ander hout gesneden dan dat van de Gilli’s! Hier is vissen niet toegelaten (met of zonder dynamiet) en de politie patrouilleert nog waakzaam ook. Dolfijnen springen het water uit voor onze boot en manta rays glijden als geesten door het water. Muren bezaaid met de meest wilde koralen, haaien, scorpionfish, lionfish, morey eals, parrotfish, boxfish, ... in totale vereniging met het water, daar waar al het leven vandaan komt.

Flores, het bloemeneiland: prachtig en ongerept en bezaaid met vulkanen. Ondanks de kerstening (waarschijnlijk een erfenis van de Portugese kolonisten) beleeft een aanzienlijk deel van de bevolking nog hun oude animistische traditie.

NIEUW ZEELAND

Het vliegtuig daalt neer onder een dikke laag wolken. De wielen raken de grond en ik ontwaak uit mijn roes. ZO Azië had me in een mysterieuze betovering gehouden. Alles was er zo anders en nieuw en zo zoet. Elke dag opnieuw werd je bedolven onder een nieuwe laag van indrukken. Nu ben ik terug in de westerse wereld. Azië laat plotsklaps haar greep op me los. Het heeft dagen geduurd alvorens ik bekomen was van de shock. Wie had ooit gedacht dat ik hier zo vatbaar voor was!? Het is koud en het regent of hagelt pijpenstelen. De wind blaast ijzig over mijn gezicht. Er rijden splinternieuwe auto's door de straat. Mensen laten je met rust. Alles doet zo aan thuis denken. Na een aantal dagen van versuffing moet ik uit Auckland ontsnappen. Maar hoe?? In een plotse vlaag van verbijstering zit ik op een fiets richting het noorden te trappen. Hier volgt een uittreksel uit mijn dagboek:

dag1:
5 minuten op de fiets. De achterste fietszak dondert tegen de grond. De haak is gebroken en de zak is gescheurd. Op zijn Macgyver's repareer ik alles zo goed als mogelijk.
10de minuut op de fiets. Mijn achterste band loopt plat. Alle bagage van de fiets en plakken maar. Frontale rukwinden uit het westen, wolken trekken samen en de hemel kleurt pekzwart.
185ste minuut. Ik rijd terug lek. Ondertussen opent de hemelpoort haar sluizen en de regen stroomt met bakken uit de lucht. Alles is drijfnat.

dag 2:
8.00u zware regen
9.00u idem
10.00 idem
13.00 de hemel klaart op. Te laat om nog te vertrekken

Dag 3:
8.00u regen
9.00u regen
9.30u de regen houdt op en de hemel kleurt in de verte blauw. Ik waag het erop en spring op de fiets.
10.30u lekke band. Het begint terug te regenen. Nodige reparaties uitgevoerd
12.30u opnieuw een lekke band. Reparatie. Mijn plakgerief is bijna op.

Dag 4:
Het water vloeit massaal uit de hemel. Ik wacht op betere tijden...

Enfin, met zware vertragingen trapt Tom als een echte flandrien door de Nieuw-Zeelandse stormen. Door bossen met gigantische Kauri bomen (die ondertussen bijna allemaal tot meubilair zijn verwerkt), langs eindeloze stranden met 1 enkele zekerheid: rukwinden, regen en ijzige kou. Langs weiden met schapen. Naar het schijnt zijn zij de schuldigen voor het gat in de ozonlaag, hier net boven NZ-land. Ze zijn met z'n 40.000.000 en laten onophoudelijk winden boordenvol met schadelijke gassen. De overheid heeft haar plannen om een "fart taks" in te voeren moeten intrekken onder het luide protest van de boeren. Ik fiets verder langs de kumara (een soort aardappel) velden en langs nog meer weiden met ... schapen: "Stop farting you bastards ... you are destroying the ozone layer!!"

De kerst is gevierd met een duik naar de Rainbow Warrior, weet je nog, het vlaggeschip van Greenpeace dat in 1985 door de Franse geheime dienst naar de haaienkelder is gestuurd. Te veel ongewenst protest tegen de nucleaire testen in Frans Polynesië. Een sterk staaltje internationaal terrorisme!

En zodoende ben ik weer in Auckland aanbeland. Mijn fiets hangt terug aan de haak en ik heb een lift versiert naar het zuiden. Verder regent het hier nog steeds en dat herinnert me veel aan België. Is het Ministerie van Sociale Zaken nog altijd zo traag? Is de wachtlijst van het Vlaams Fonds al weggewerkt? En heeft Verhofstadt nog steeds datzelfde afzichtelijke kapsel? Maar vooral, hoe gaat het met jullie? Ik vraag me af hoe het met de klanten in Sint-Job gaat en kijk er naar uit om over een half jaartje terug op huisbezoek te gaan. In de tussentijd verken ik verder de uitgestrektheid van de wereld.

Vele groetjes en mijn allerbeste wensen voor het nieuwe jaar!!
Tom

No comments: