Friday, November 17, 2006

Wat vooraf ging deel 4

Verzonden: za 30/04/2005 8:00
Onderwerp: Nieuw Zeeland en Down Under

Zoals gebruikelijk start ik met de mededeling dat het weer lang geleden is sinds mijn laatste mail. Hoogst waarschijnlijk is deze verzending de laatste alvorens mijn terugkeer naar het land van de mosselen met friet. We zullen er dus nog eens een ferme lap op geven. Alles is in een stroomversnelling terecht gekomen en ik typ hier als een waanzinnige tegen de tijd om mijn nakende vlucht naar Delhi niet te missen. Momenteel bevind ik me terug in Bangkok, waar het voor mij allemaal begonnen is. De stad waar alles mogelijk is. Waar bekenden en onbekenden elkaar tegen het lijf lopen en het ritme van het leven de harten sneller doet slaan. Waar Singa, Chang en Leo de toerist transformeert tot een vrolijk lokaas voor de leurders van prullaria en andere nutteloze waren. Na geruime tijd hardnekkig weerstand te hebben geboden is mijn Zweedse tafelgenoot een gigantische zippo rijker. Twee Noorse meisjes zijn door de knieën gegaan voor een splinternieuw baljurk. Zelf ben ik het willoze slachtoffer geworden van de schattige "traditionele" Akka vrouwen en de trotse eigenaar van een monumentale Akka hoed, weelderig versierd in alle kleuren van de regenboog, blinkende ringen en rinkelende bellen en twee fluo geelgroene ponponnen op de top. Hoe moet ik dit ding in hemelsnaam naar België slepen? Gelukkig vallen we niet te veel op tussen alle andere dwazen.

Maar vergeef me, ik dwaal af. Ernstigere aangelegenheden dwingen me om mij snel te herpakken. Want ik heb een verslag van mijn reisavonturen beloofd en jullie herinneren nog dat de motoren van mijn vliegtuig zich al ronkend aan het opwarmen zijn. Snelheid en efficiëntie zijn nu van belang. Gelukkig weten jullie ook nog van mijn laatste rapport dat ik in Auckland een lift zuidwaarts had versierd en dat westerse landen zoals NZ-land en Australië heel wat minder liederlijk zijn om over te verhalen. Dus gaan we er zoals de vogel vliegt, in telegramstijl overheen. De klok tikt. Aan de slag Tom.

Onder het motto "met z'n tweeën is het voordeliger dan alleen" scheurt de Toyota Carolla van de Française Karine er van door, het pittoreske landschap van Nieuw Zeeland tegemoet. Nog nooit heb ik in een auto zo’n angsten doorstaan (behalve dan op de Javaanse wegen). Ik vraag me af waarom het formule 1 circuit niet wordt gedomineerd door vrouwelijke piloten? Maar goed, links en rechts slingerend doorheen de bochten kan ik van de gelegenheid gebruik maken om mijn frans wat verder bij te schaven. "Ekskusee mwa karinne, j'ee peur, poevee voe ralentier uin peu?" Niets helpt. We vliegen in volle vaart over het land, langs de beruchte "glowworm caves", opgelicht door paringslustige ... jawel, gloeiwormen! We komen met piepende banden tot stilstand bij de geisers, hotsprings en broebelende mudpools van de thermische parken rondom Rotorua, waar de Polynesische Maori krijgers ooit hun intimiderende 'haka' dansen uitvoerden. We vertrekken terug met slippende banden. Ik zoek tijdelijk de veiligheid op van het gigantische Taupo meer … tot de wind liggen gaat. Daar zit Tom dan, in zijn zeilbootje, midden op het meer. Had ik maar een watertrapper gehuurd! 5 haarspeldbochten en 17 bijna-dood ervaringen later komen we eindelijk aan bij "dat wat het hoogtepunt van iedere Lord of the Ring fanaat moet zijn "... de Tongariro crossing langsheen Sauron's hoofdkwartier "Mt. Doom". Maar nog steeds regent en hagelt en giet het als nooit te voor. De Tongariro crossing is nu al 3 dagen onbegaanbaar. Dus wij verder zuidwaarts, de zon tegemoet. Bij vanalles halt houdend en nog meer links laten liggend. Mijn adrenaline is op en ik ruil Karine voor een nieuwe chauffeur. Helemaal zuidwaarts tot in Wellington bollen we met nog steeds diezelfde constante van weleer: regen, regen en nog eens regen. Hoog tijd om van eiland te veranderen.

Terwijl de ferry de sounds van het zuidelijke eiland binnenvaart breken de wolken open. Mijn gebeden worden eindelijk verhoord. Halleluja! Vanaf vandaag zal de zon nagenoeg elke dag schijnen. En samen met het weer klaart ook het gemoed op. Dat wordt gevierd met een magnifieke driedaagse wandeling doorheen de Marlborough Sounds. Dan besluit ik om het heft in eigen handen te nemen. Veiligheid eerst. Een witte sport Toyota en een copilote rijker kruip ik zelf achter het stuur. We cruisen langs de adembenemende pracht van de afgelegen 'Golden Bay' tot aan de 'Cape Farewel Spit'. Het is hier dat de legendarische Maori krijger (god vergeef me, ik ben zijn naam kwijt) uit vissen ging en het noordelijke eiland aan de haak sloeg (Lake Taupo is daar het onweerlegbare bewijs van). We bollen terug naar het oosten. Diep verwikkeld in een meningsverschil over de te volgen route slipt onze auto van de baan. Een beetje regen tovert een zandweg ogenblikkelijk om tot een glijbaan. Gelukkig blijkt het nog mee te vallen. Een beetje sleutelwerk en de schade is volledig verstopt. Alles in orde dus. En avant!

Het zuidelijke eiland van Nieuw Zeeland is een waar wandelparadijs ('trampen' noemen de Kiwi's dat). In de steden valt er niets te beleven maar als je je wandelschoenen aantrekt... Alles is hier aanwezig: prachtige stranden, lagunes, azuurblauwe en appelblauwzeegroene meren, besneeuwde bergtoppen, gletsjers en fjorden, vlakten en heuvelland. Het “Abel Tasman (de Hollander die NZ-land heeft ontdekt) National Park” en de "heaphy track" zijn ideaal om het hart te luchten. Halt houden tijdens het 'trampen' is vaak geen optie. Smerige 'sandflies' bijten je tot bloedens toe in het vel. In het piepkleine Karamea gaat mijn allereerste radioshow in de ether: "DJ Tom, probaly the worst DJ from Belgium". Als het radiostation op de beurs genoteerd had gestaan dan waren de aandelen na mijn optreden flink gezakt. Aan het kampvuur met drijfhout, in het estuarium van de rivier, wordt mij het fantastische verhaal van “Ludo” verteld: een Belg weliswaar, die op 1 been doorheen het land fietst. Waarheid of fictie? Zullen we het ooit weten? Ik bol de westkust af, op weg naar het verre zuiden. 'Orion' en de 'Southern Cross' domineren de nachtelijke hemel. Langs de (te) druk bezochte "pancake rocks" van Punakaiki en met een bocht van 90 graden naar Arthur's Pass. Deze bergpas zou men uit Zwitserland kunnen geplukt hebben. Wondermooie bergtoppen om te beklimmen en hoefijzervormige kammen om over te steken. Een hoogtepunt!! Langs Frans Joseph en Fox glacier en Wanaka tot in het Mt Aspiring National Park. Wie kom ik tegen?? Eerst een oud collega studente van de Karel de Grote Hogeschool en daarna ... geloof het of niet, op vele kilometers van de bewoonde wereld: een éénbenige fietser!! Allemachtig ... zou het kunnen? Zo zijn er geen twee ... de verhalen zijn waar! LUDO Wat is de wereld klein. In mijn benzineslikker cruise ik verder zuidwaarts via het "laat mij zo snel mogelijk links liggen" Queenstown naar het ontelbaar meer pittoreske dorpje van Glenorchy, waar het heerlijk vertoeven is aan het meer. Bovendien is dit de ideale uitvalsbasis voor de spectaculaire Routburn track. Nog meer zuidelijk rijd ik het Fjordland binnen. Via Te Anau bereik je de adembenemende Milford Sound, waar meer dan 1000 meter hoge rotswanden loodrecht uit het mistige water opreizen en waar dolfijnen spelen in de golven van onze boot. We maken rechtsomkeer, terug naar het noorden, langs Mt Cook, de hoogste berg van het land en het appelblauwzeegroene Lake Tekapo. Het zuidelijke eiland heeft alles goed gemaakt, met haar pracht en zonneschijn. Nu nog de laatste rechte lijn in naar Christchurch. Het begint terug te regenen. Tijd om het land te ontvluchten.

Sydney, Australië, wat een zegen. Eindelijk nog eens een echte stad. En wat voor een!! Wat een kosmopool. De Opera house en de Harbour bridge, geflankeerd door een sublieme skyline. Een botanische tuin om u tegen te zeggen. Een imitatie van de 'garden of Eden'. Nergens de urinegeur van ons Antwerps stadspark. Kaketoes en vleermuizen vliegen vleugel in vleugel rond. Sydney Harbour, stranden midden in de stad, karaktervolle wijken. Sterke Aziatische invloeden ... dat staat garant voor goed eten. Ik ben onder de indruk. Zouden ze Sydney willen ruilen voor Antwerpen? Vervolgens moet Melbourne eraan geloven, een leuke stad om te wonen maar verder niets speciaal. Langs de dramatische zuidkust over de 'Great ocean road', gebouwd door Australische ex-veteranen als bezigheidstherapie na WOII. Nu is deze weg vooral beroemd voor haar "12 apostelen", koppige rotspilaren langs een afbrokkelende kust. Het zuiden van Australie wordt genadeloos "opgegeten" door de zee. We treffen enkele zeehondenkolonies aan en ... !!YES!! (Tom werpt een gebalde vuist in de lucht) ... "koala" beren! Mijn oude kinderdroom gaat in vervulling. Missie half volbracht. Nu nog een kangoeroe weten te strikken. Vervolgens Adelaide, niets speciaal behalve de prachtige Glenelg pier waar het melancholisch wegdromen is. Langs de Zuid Australische wijngaarden verlaten we de bewoonde wereld, de zogenaamde "outback" tegemoet. In een "miljoen sterren hotel" kamperen we aan de voet van de Flinders Ranges (naar verluid de oudste bergketen uit de geologische geschiedenis). Bij het krieken van de dag worden we gewekt door een vreemd geritsel ... wat huppelt daar in het rond? Jawel, kangoeroes! Missie volbracht. Ik kan Australië verlaten.

Maar eerst nog verder naar Uluru. Wisten jullie trouwens dat het woord “kangoeroe” "ik versta je niet" zou betekenen? Toen de witte man achter de naam van dat vreemde beest informeerde repliceerde de aboriginal "Kan goe roe". We reizen verder noordwaarts langs de "Old ghan railway line", de vroegere spoorweglijn van Adelaide naar Darwin. Het werd nog gebouwd door Afghaanse gastarbeiders langs de route van de oude telegraaflijn die Zuid Australië rechtstreeks verbond met de rest van de wereld (Adelaide - Alice Springs - Darwin - Indonesië - India - Europa - Londen). Door middel van deze communicatielijn rukte Adelaide zich los uit haar "achterlijke" positie ten aanzien van Sydney en Melbourne. In deze periode werd de kameel geïntroduceerd, de schepen van de woestijn. In de zomer kan de temperatuur hier op het heetst van de dag in volle zon tot 80 graden Celsius klimmen. Na het afwerken van de Old Ghan railway line werden de Afghaanse werkkrachten bedankt voor hun diensten en terug afgezet in hun land. Australië kent tussen haakjes geen al te propere geschiedenis wanneer het op respect voor andere culturen aankomt. De gehele aboriginal cultuur werd genadeloos van de kaart geveegd. Tot op vandaag de dag heerst er een politiek van racisme en apartheid. Aboriginals worden weggestoken in reservaten waar velen verslaafd aan alcohol en vervreemd van hun rijke cultuur verwelken. Dit alles in een grote doofpotoperatie. Gelukkig zijn er ook nog aboriginals die hun eeuwenoude wijsheid en tradities ondanks alle uitroeiingsprogrammas hebben weten te bewaren. Enfin, de telegraaflijn ... deze werd op haar beurt aangelegd langs de oude aboriginal handelsroute, waar op geregelde afstanden water opborrelt uit de diepten van de woestijn. Water dat wordt opgevangen door de "Great Deviding Range" die zich uitstrekt van Adelaide langs de gehele oostkust tot in Papua Nieuw Guinea en samenstroomt in de ondergrondse "Great Artesian Basin", een gigantisch water reservoir onder de woestijn van centraal Australië. Langs de noord-zuid lopende breuklijn wordt het water door geologische krachten opgestuwd naar het oppervlak. Dit verklaart het fenomeen van de "springmounds", piepkleine groene heuvels midden in een zee van zand. De stad Alice Springs boort haar water aan uit dit reservoir. Verder bezoeken we de beroemde woordenknutselaar en beeldhouwer Talk Alf. We passeren langs het surrealistische Coober Peedy, een 'opal mining village’ waar alles draait rond geluk. Duizenden molshopen reizen op uit de vlakte van de woestijn. Sommigen vinden er hun fortuin, de meesten blijven tot het einde hunner dagen zoeken.

We bezoeken het grootste altaar van onze aardkloot: het heilige Uluru (Ayers Rock), de wieg van de Aboriginals in hun "dreamstories". Het is hier dat de Amerikaan David, ondertussen een goede vriend geworden, ons zijn nieuwe recept openbaart: de wonderbaarlijke "Face the Outback Brekkie Sandwitch". Hier volgt het unieke recept:

"Toast 2 slices of bread until they are burnt black.
Spread a thick layer of vegimite on one of them and on top of that a thick layer of jam.
Spread peanutbutter on the second slice and on top of that a layer of honey.
Sprinkle a table spoon of red desert sand on top of the honey.
Slam them together and...
enjoy!"

Dit alles om in spirituele verbinding te komen met Uluru en de woestijn. Ik ben onder de indruk. Eten alle yankees hun bergen als ontbijt? ... in dat geval moet Amerika zo plat zijn als een vijg! We vervolgen onze weg langs Kata Tjuta (de Olga's), net een slapende Homer Simpson, Kings Canyon en verder tot in Alice Springs, de oase in het hart van het land. Verder noordwaarts langs de Stuart Highway. Arenden circelen rondjes boven de talrijke karkassen van neergemaaide kangoeroes, slachtoffers van het zware verkeer. Via de Devils Marbles (grote knikkervormige rotsblokken), Katherine's Gorge en Litchfield National Park bereiken we Darwin, helemaal in het noorden van het continent, waar ondertussen het regenseizoen is losgebroken. Dit is Crocodile Dundee territory: krokodillen, waterbuffels en reusachtige termietenheuvels. Van Darwin nemen we de 4X4 en rijden we in 4 dagen oostwaarts, de Great Deviding Range over en afdalend tot in Cairns. Het stof van de woestijn wordt afgespoeld met het water van de Great Barrier reef. Duiken in de Cod Hole en de Ribbon reefs. Nog net de tijd voor een laatste duikcursus (de PADI DM) en dan de vlieger op naar Sydney en de cirkel is rond.

Nu ben ik dus terug in Bangkok. Tijdens het wachten op mijn visum voor India bracht ik nog een bezoekje aan Kanchanaburi, waar tijdens WOII een tragische geschiedenis werd geschreven. Duizenden geallieerde POW's stierven er aan ziekten of louter van uitputting terwijl ze onder het Japanse juk moesten werken aan de Thailand - Birma "Death" railway line. Het was een race tegen de tijd om een overlandse bevoorradingsroute te openen naar de troepen in Birma. De zeeroute doorheen de Straat van Melaka was heel kwetsbaar voor de bombardementen van de geallieerden en leidde tot grote verliezen. Dit is de locatie van de beroemde "bridge over de river Kwae". Als slot nog een kookcursus ten huize van de eeuwig opgewekte Panalee. Spring rolls, Tom Yam, Phat Thai, Thai Curry, ... het is geen geheim meer voor mij. Tussendoor nemen we de tijd voor een verfrissende duik in de Kwae rivier. Wat een leven.

Beste mensen, ik moet echt gaan nu. Straks vertrekt mijn vlucht naar Delhi. De geur aldaar zou me heimwee moeten doen krijgen naar thuis. Nog een blitsbezoek aan Rajastan en als alles volgens plan verloopt land ik daarna in Zaventem. Ik vraag me af of het plafond van mijn kantoor in Sint-Job nog lekt. Wat denken jullie?

Monday, November 13, 2006

Wat vooraf ging deel 3

September, oktober, november en december 2004 - Vietnam Thailand Maleisië Singapore Indonesië Nieuw-Zeeland

Verzonden: wo 29/12/2004 9:53
Onderwerp: Van Vietnam tot in Kiwiland

NOORD VIETNAM

Reeds enkele weken voordat Hanoi gesloopt werd onder het gewicht onzer stappen reisde ik in het gezelschap van een vrolijke bende langharige noord engelse hooligans, ouwe rockers uit de tachtiger jaren en rasechte 'bikers' op de koop toe. Een dikke maand geleden had ik hen in Sihanoukville leren kennen en ter hoogte van Dalat liepen we elkaar opnieuw tegen het lijf. Verder werd onze bende aangevuld met een getatoeëerde zuid engelse ruweling, fotograaf, stand-up comedian en eveneens fervente motorrijder. Vrolijk en welgemutst besloten we gezamenlijk een schipper aan de haak te slaan om ons in een drietal dagen doorheen het monumentale Halong Bay te laten varen. Rotsen steken hier als drakentanden uit het water. Het uitzicht is adembenemend. Eén van de eilandjes wordt bevolkt door een schattige apenkolonie. Tom dus daarheen! Wat ik echter niet wist was dat onze invasie niet naar de zin was van de leider van de kolonie. Kortom, een wilde charge en flink wat schrammen later besloot ik de aftocht te blazen met de staart tussen mijn twee benen.

Drie dagen en vele zeemansliederen later smeren we onze kelen voor de hogere frequenties van het Alpen gejodel. Want onder begeleiding van enkele vaten bia-hoi (dit woord wordt gebruikt voor een geelachtig vocht, in huiselijke sfeer gebouwen en goedkoper dan water) sporen we naar Sapa, hoog in de bergen en dicht tegen de Chinese grens. In de restauratie wagon staat er “hardgekookt ei met plain rice” op het menu en een donkerbruine vleesachtige hutsepot. Er lopen verdacht weinig honden door de trein ... waar zijn die toch allemaal heen?? …nogmaals dank ik God vegetariër te zijn. In Sapa aangekomen besluiten we eensgezind om oude Russische Minsk motoren te huren en alzo de streek te verkennen. Gelukkig heb je in Vietnam geen rijbewijs nodig. Zo dus, na een vliegensvlugge cursus motorrijden scheurt Tom al schokkend de weg op, de bergen tegemoet. Door mijn achteruitkijkspiegel zie ik het alsmaar kleiner wordende gezicht van de arme man (die me zijn motor verhuurde) vertrekken in een ongeruste kramp... Zou hij vrezen voor mijn leven of voor zijn motor? Zonder noemenswaardige problemen leveren we echter, na een heerlijk dagje cruisen, slalommen en scheefhangen, onze machines heelhuids terug binnen.

In Hanoi terug aangekomen doe ik nog snel de groeten aan onze goede kameraad 'uncle Ho' (Chi Min), die in zijn mausoleum naar het plafond ligt te staren en boek ik een vliegtuigticket naar Thailand.

KOH TAO – THAILAND

Ik ben aan verlof toe. Wat kun je in dat geval beter doen dan in Thailand op een strand te gaan zitten, rustig wegdromen in een boek, mango's eten en fruitshakes drinken, kokosnoten leegslurpen en fried noodles met pindanootjes bestellen? Maar in minder dan een half uur na aankomst bevind ik me plotsklaps in een klaslokaal. Wat doe ik hier nu in hemelsnaam? Het blijkt een PADI duikcursus te zijn. Enfin, om het verhaal kort te maken, een week later verlaat ik het eiland met een duikbrevetje op zak. Een nieuwe wereld gaat voor mij open: de magische onderwaterwereld. Hoera!!

KOH PAGNAN – THAILAND

Nu is het werkelijk verlof, aan het rustig strandje van Hat Sadet. Niets doen en lezen en nog eens niets doen. Het blijkt volle maan te zijn en geruchten gaan de ronde dat ze hier dan een feestje houden op het strand. Dat kan ik niet missen. Doorheen de duisternis voert de boot ons zuidwaarts tot we de houten bodem van onze sloep over het zand van Hat-Rin voelen schuren en de techno beats ons bijna terug het water inblazen. Verdorie, dat is hier geen klein feestje met de gitaar rond het kampvuur. Waar ben ik in hemelsnaam beland? ... 4000 vastgeroeste hippies, drugverslaafden en tieners op zoek naar hun identiteit huppen ritmisch op en neer. Enfin, ik heb me gedragen en niets kan me ten laste worden gelegd. Bij het krieken van de dag pikt onze boot de moegestredenen terug op en zien we het als door een razende orkaan vernielde strand achter de horizon verdwijnen.

MALEISIA

Alvorens de monsoen aan de oostkust van Maleisië losbarst rep ik me nog snel naar de Perhentian islands, een duikparadijs. Pinnacles bezaaid met weelderige harde koralen, tapijten van zachte sponzen en triljoenen visjes rondom. Vervolgens voert de weg me naar 'Taman Negara', een gigantische jungle in centraal Maleisië. Dit is een wandelparadijs en een broedhaard voor bloedzuigers: uiterst vervelende beestjes die in de schoenen en op je benen en overal waar mogelijk kruipen om zich te laven aan je bloed, alsof ze op café zitten.

Zwaar paranoïde en met "bloedzuigerachtervolgingswaan" vlucht ik terug de bewoonde wereld in naar de hoofdstad Kuala Lumpur. Deze wordt echter geteisterd door een veel grotere en ernstigere plaag: beschaving. En wel onder de griezelige vorm van McDonalds, Burger King, Dunkin Donuts, Starbucks coffee en zelfs Kenny Roger's Roasters. Maleisië kan opscheppen met de prachtigste natuur (er wonen hier slechts 10 miljoen mensen) maar het is niet mijn meest favoriete bestemming. Het mist de authenticiteit van andere Aziatische landen en bevindt zich in de genadeloze greep van de Amerikaanse cultuur. Wachtend op mijn visa voor Indonesië besluit ik een bezoek te brengen aan Melaka, een klein kuststadje met (dankzij haar strategische ligging) een rijke geschiedenis. De VOC van onze noorderburen heeft hier nog lelijk huis gehouden. Maar het waren kloeke kerels, die Hollanders, dat kan niet ontkend worden. En ik bewonder hun moed wel, onverschrokken als ze waren. Je kunt hier nog steeds hun "Stadhuys" bezoeken.

SINGAPORE

Een diabolische wilgroei van het Wijnegem shopping center.

JAVA - INDONESIE

Welkom in Jakarta, het vroegere Batavia. Nu een grote vuile stad. De toeristische buurt blijkt uitgestorven te zijn. Geen kat vertoont zich op straat. Vorige week is er een bomaanslag geweest op de Australische ambassade, er is net een machtswissel aan de gang, het is laagseizoen en ramadan op de kop toe. De nasi gorang ligt al weken in de warungs te bakken, de gidsen en motorchauffeurs zitten werkloos en met hangend hoofd op de stoep. Blaaspijpverkopers uit Borneo draaien moedeloos rond op de hoek van de straat. De restaurants zijn leeg en in de cafés speelt men muziek voor een half dozijn uitgehongerde ratten. Er hangt dus een belabberde sfeer over de stad. Een zekere avond worden we opgeschrikt door zwaailichten en sirenegeloei. Wat zou er aan de hand zijn? Een falanx van de oproerpolitie draaft in slagorde de straat in. Aan beide uiteinden van de Jalan Jaksa krioelt een opgehitste menigte. Met gebalde vuisten trachten ze zich door de muur van agenten een weg te banen. Hier en daar vliegen stenen en stokken door de lucht. Het restaurantje waar ik me op dat moment bevond doofde alle lichten en we lepelden in duisternis onze rijst naar binnen. Sommige mensen verdragen het niet dat er restaurants tijdens de ramadan overdag geopend zijn en een moslimvereniging heeft opgeroepen tot verzet. Gelukkig horen we het gejodel van de imam: het is gebedstijd. De gemoederen bedaren en iedereen keert vreedzaam terug naar huis. De lichten gaan terug aan. Gek hoe alles hier bedekt moet worden: de schoonheid van vrouwen onder een lange sluier en de ramen van de restaurants met een groot gordijn (om tijdens de ramadan niet al etende betrapt te worden). Alles wat niet gezien wordt is toegelaten.

Jakarta is de enige plek waar authentieke houten schoeners nog steeds manueel geladen en gelost worden, in de oude haven van Sunda Kelapa. Honderden schepen liggen hier aangemeerd. Dokwerkers dragen zware planken afkomstig van Kalimantan en Sulawesi, zakken rijst van Flores en Sumatra en veel meer op en af de schepen. Onder luid gelach besluit ik om een handje toe te steken. Het zijn toffe gasten, die dokwerkers. Na enkele zware planken van het schip te hebben gedragen en op de vrachtwagen te hebben gehesen houd ik het voor bekeken. Een slappe westerling als ik kan dit zware werk niet aan.

Via de eindeloze buitenwijken van Jakarta, de stad Bogor, het dorpje van Pangandaran, Yogakarta (de culturele hoofdstad van Java), de indrukwekkende Boeddhistische tempel van Borobudor, het machtige kraterlandschap van de actieve Bromo vulkaan en met vele avonturen onderweg steek ik over naar mijn volgende bestemming: Bali.

BALI - INDONESIE

Het doet goed om terug boeddhistische grond onder de voeten te hebben. Hier kan je terug volledig ontspannen. Het eiland lijdt nog steeds erg onder de gevolgen van de “Bali bomaanslag”, ondertussen al enkele jaren geleden. De grote massa toeristen blijft weg en verkoopsters op het strand krijgen hun mango’s, ananassen, papajas en bananen nog niet aan de straatstenen kwijt. Sarong verkoopsters wandelen kilometers met je mee.
In het oosten van Bali, ter hoogte van Tulamben, kon ik het niet nalaten om enkele prachtige duiken te maken waaronder eentje op het wrak van de (tijdens WOII getorpedeerde) U.S. Liberty, een gigantisch met kanonnen bewapend cargoschip.

GILLI - INDONESIE

Meer relaxen en nog een duikcursusje erbij. Via het rovershol van Bangsal, aan de oostkust van Lombok, zet ik over naar de Gilli's. Jammer genoeg is het koraal hier rond de Gilli eilanden bijna volledig verbleekt door het “El Nino” fenomeen. De locale vissers maken het werk van de natuur af met hun techniek van “fish bombing”: dynamietstaven worden in papajas gestoken en in zee tot zinken gebracht. Wanneer ze op de zeebodem tot ontploffing komen drijven de dode vissen vanzelf naar de oppervlakte. Wat je op een ganse dag met netten en hengels kunt vangen oogst je nu in een wip en een gauw met enkel staven dynamiet. De stranden liggen vol aangespoelde brokken koraal. Dat doet me pijn. Qua zee fauna valt het hier dan weer wel mee. Massa’s schildpadden, … Eindelijk bespeur ik na vele natte dromen mijn eerste haai: wel 15 magnifiek gestroomlijnde white tips op één duik tijd. Wat een "eerste keer" :-) Wat een extase!

Ondertussen zijn we nog steeds midden in het mango seizoen. Terwijl mijn mango verslaving een climax bereikt hijs ik het zeil van Lombok naar Flores.

FLORES - INDONESIE

Maar eerst een korte tussenstop in Komodo. Daar gaan we met ons fototoestel jagen op de "Komodo Dragons". We hebben pech: alle draken hebben zich verstopt. Er zijn enkel twee ouwe kanjers te bespeuren die bij het ranger station rondhangen en schijnen af te gaan op de geur van verse soep. Men verzekert ons dat het geen tamme exemplaren zijn die hier gevoederd worden om ontgoochelde toeristen te bedaren. Deze reptielen hebben de reputatie om tamelijk gevaarlijk zijn. Normaal gezien bestaat hun dieet uit kleine hertjes, maar vorig jaar zouden ze twee Zwitserse toeristen soldaat hebben gemaakt. Of is ook dat ons wijsgemaakt?

De onderwaterwereld van het “Komodo National Marine Park” is uit ander hout gesneden dan dat van de Gilli’s! Hier is vissen niet toegelaten (met of zonder dynamiet) en de politie patrouilleert nog waakzaam ook. Dolfijnen springen het water uit voor onze boot en manta rays glijden als geesten door het water. Muren bezaaid met de meest wilde koralen, haaien, scorpionfish, lionfish, morey eals, parrotfish, boxfish, ... in totale vereniging met het water, daar waar al het leven vandaan komt.

Flores, het bloemeneiland: prachtig en ongerept en bezaaid met vulkanen. Ondanks de kerstening (waarschijnlijk een erfenis van de Portugese kolonisten) beleeft een aanzienlijk deel van de bevolking nog hun oude animistische traditie.

NIEUW ZEELAND

Het vliegtuig daalt neer onder een dikke laag wolken. De wielen raken de grond en ik ontwaak uit mijn roes. ZO Azië had me in een mysterieuze betovering gehouden. Alles was er zo anders en nieuw en zo zoet. Elke dag opnieuw werd je bedolven onder een nieuwe laag van indrukken. Nu ben ik terug in de westerse wereld. Azië laat plotsklaps haar greep op me los. Het heeft dagen geduurd alvorens ik bekomen was van de shock. Wie had ooit gedacht dat ik hier zo vatbaar voor was!? Het is koud en het regent of hagelt pijpenstelen. De wind blaast ijzig over mijn gezicht. Er rijden splinternieuwe auto's door de straat. Mensen laten je met rust. Alles doet zo aan thuis denken. Na een aantal dagen van versuffing moet ik uit Auckland ontsnappen. Maar hoe?? In een plotse vlaag van verbijstering zit ik op een fiets richting het noorden te trappen. Hier volgt een uittreksel uit mijn dagboek:

dag1:
5 minuten op de fiets. De achterste fietszak dondert tegen de grond. De haak is gebroken en de zak is gescheurd. Op zijn Macgyver's repareer ik alles zo goed als mogelijk.
10de minuut op de fiets. Mijn achterste band loopt plat. Alle bagage van de fiets en plakken maar. Frontale rukwinden uit het westen, wolken trekken samen en de hemel kleurt pekzwart.
185ste minuut. Ik rijd terug lek. Ondertussen opent de hemelpoort haar sluizen en de regen stroomt met bakken uit de lucht. Alles is drijfnat.

dag 2:
8.00u zware regen
9.00u idem
10.00 idem
13.00 de hemel klaart op. Te laat om nog te vertrekken

Dag 3:
8.00u regen
9.00u regen
9.30u de regen houdt op en de hemel kleurt in de verte blauw. Ik waag het erop en spring op de fiets.
10.30u lekke band. Het begint terug te regenen. Nodige reparaties uitgevoerd
12.30u opnieuw een lekke band. Reparatie. Mijn plakgerief is bijna op.

Dag 4:
Het water vloeit massaal uit de hemel. Ik wacht op betere tijden...

Enfin, met zware vertragingen trapt Tom als een echte flandrien door de Nieuw-Zeelandse stormen. Door bossen met gigantische Kauri bomen (die ondertussen bijna allemaal tot meubilair zijn verwerkt), langs eindeloze stranden met 1 enkele zekerheid: rukwinden, regen en ijzige kou. Langs weiden met schapen. Naar het schijnt zijn zij de schuldigen voor het gat in de ozonlaag, hier net boven NZ-land. Ze zijn met z'n 40.000.000 en laten onophoudelijk winden boordenvol met schadelijke gassen. De overheid heeft haar plannen om een "fart taks" in te voeren moeten intrekken onder het luide protest van de boeren. Ik fiets verder langs de kumara (een soort aardappel) velden en langs nog meer weiden met ... schapen: "Stop farting you bastards ... you are destroying the ozone layer!!"

De kerst is gevierd met een duik naar de Rainbow Warrior, weet je nog, het vlaggeschip van Greenpeace dat in 1985 door de Franse geheime dienst naar de haaienkelder is gestuurd. Te veel ongewenst protest tegen de nucleaire testen in Frans Polynesië. Een sterk staaltje internationaal terrorisme!

En zodoende ben ik weer in Auckland aanbeland. Mijn fiets hangt terug aan de haak en ik heb een lift versiert naar het zuiden. Verder regent het hier nog steeds en dat herinnert me veel aan België. Is het Ministerie van Sociale Zaken nog altijd zo traag? Is de wachtlijst van het Vlaams Fonds al weggewerkt? En heeft Verhofstadt nog steeds datzelfde afzichtelijke kapsel? Maar vooral, hoe gaat het met jullie? Ik vraag me af hoe het met de klanten in Sint-Job gaat en kijk er naar uit om over een half jaartje terug op huisbezoek te gaan. In de tussentijd verken ik verder de uitgestrektheid van de wereld.

Vele groetjes en mijn allerbeste wensen voor het nieuwe jaar!!
Tom

Friday, November 10, 2006

Wat vooraf ging deel 2

Juli, augustus en september 2004 - Zuid-Laos Cambodja Vietnam

Subject: Tommy de Verschrikkelijke deel II
Date: Mon, 06 Sep 2004 16:02:53 +0200

Het is lang geleden sinds ik laatst verslag leverde van alles wat ik hier aan de andere kant van de wereld op mijn kerfstok heb. Hoog tijd dus om dat te remediëren! Zeker gezien ik me momenteel eventjes in Hué (centraal Vietnam) geparkeerd heb. En Vietnam is het land bij uitstek voor internet praktijken: redelijk snelle verbindingen, minimale stroompannes en spotgoedkoop. Kortom, ik ben de moderne wereld terug ingestapt, niet geheel zonder heimwee maar met vele warme herinneringen. Enfin, hier gaan we:

Episode 1. Zuid Laos

Waar waren we gebleven, Vientiane? Iedereen met een beter geheugen dan mezelf herinnert zich dat dit de hoofdstad van Laos was. Van daaruit vertrekken de gevreesde nachtbussen naar het zuiden van het land, een gigantische afstand in één slopende trek overbruggend. Al bij al verrassend comfortabel, ware het niet de melige Thaise karaoke en (veel erger) de helse Thaise komedies die ze de ganse nacht door de luidsprekers van de TV lieten knallen. Oorverdovend schelle en vliegensvlugge keelklanken die oprijzen uit de strottehoofden van een bende in aap verklede komedianten. Het snijdt door merg en been. Mijn oordopjes houden de geluiden niet tegen. Om moedeloos van te worden als je in het onvermogen verkeerd om over bergen bagage en mensen heen te klauteren om bij de chauffeur genade te gaan afsmeken. Maar met vreugde kan ik mededelen dat deze psychische martelingen me niet gekraakt hebben. De volgende ochtend werd ik wakker in het zachte zuidelijke Laos. Meteen terug de bus op van Pakse naar het pittoresk dorpje Tadlo, waar een deugniet (op het dak van de bus) mijn rugzak binnenste buiten keerde op zoek naar buit. Tijdens een kleine excursie doorheen de omgeving verdwaalden we temidden van de jungle terwijl we onder tropische stortbuien kniediep in grond wegzakten en tot overmaat van ramp de zon boven het gebladerte van de bomen zagen uitdoven. De beelden van mijn eerder dit jaar ronddwalen op de vulkanische flanken van de Teide (bij valavond, na een ‘alternatieve’ afdaling) flitsten terug voor mijn ogen… Gelukkig komen we er met de schrik van af.

Champasak dan, het stille dorpje aan oever van de Mekong met dromerige rijstvelden die de bewoners als een vlijtige mierenkolonie bewerken en oogverblindende vergezichten over de alluviale vlakte. Verder zuidelijk bevindt zich dan Si Phan Don of ‘de 4000 eilanden’, te midden van de breed kronkelende Mekong. Vele van de kleinere eilandjes zinken tijdens het regenseizoen weg in de golven, als het Atlantis van de esoterischi. Ze worden omringd door palmbomen met in het midden jungle of druk gecultiveerde rijstvelden. De ploegen worden nog zonder uitzondering door buffels getrokken. Langs het water bevinden zich idyllische bungalows voor de toeristen, sommige heel primitief met rieten wanden en daken, andere wat luxueuzer en volledig uit hout. Op één adres serveren ze zelfs “fat french fried” (gelukkig voor de fransen ben ik vegetariër). Dit is het gebied van de laatste Irrawaddy dolfijnen. Kortom, een klein paradijs.

Episode 2. De grensovergang met Cambodja

In landen waar de politie nog minder verdient dan de sociaal assistenten van de ziekenkas zijn grensovergangen geen lachertje, als je je niet wil laten pluimen tenminste (al blijft de corruptie naar westerse maatstaven natuurlijk beperkt tot belachelijke bedragen). Gezien je al voor een visa hebt betaald om een land te bezoeken zou je geen tweede keer meer hoeven te betalen om dat land binnen of buiten te mogen. Onder het motto "geen geld = geen stempel" zwiert de agent van dienst heen en weer in zijn hangmat, knapt een uiltje en staat nu en dan op om een plasje te doen. Na koppig marchanderen krijgen we een uurtje later aan een "verminderd tarief" eindelijk onze stempels. Vervolgens moeten we een speedboot zien te vinden die ons aan een redelijke prijs naar Cambodja wil brengen. De deugnieten van dienst weten heel goed dat er geen andere optie bestaat om het land binnen te geraken, tenzij we ons door de jungle een weg willen banen. Kortom, twee uur later, na woest afdingen en wilde onderhandelingen besluiten we om met de kapitein in zee te gaan of beter gezegd in de rivier. Een reeks listige trucken later (die onervaren grensoverstekers als wij over het hoofd zien) zetten we voet aan wal in CAMBODJA!

Episode 3. Cambodja

Ik ga wat sneller over alles heen moeten gaan. Het is al laat en straks ga ik noedels eten. Cambodja dus, niet meer die onaangetaste natuurpracht en dat ingetogen volk van Laos. Overal in het noorden hangen nog oude borden met educatieve pictogrammen. De teksten kan ik natuurlijk niet lezen maar de beelden spreken voor zich: schiet niemand dood, lever uw wapens binnen bij de politie, vrede, ... Ik vraag me af of dit nog actueel is of enkel een stille getuigenis van de tumultueuze geschiedenis van dit land. In Cambodja zijn we terug geldlades die leeggehaald moeten worden. Soms wel wat vermoeiend maar steeds op een vreedzame en meestal op een eerlijke manier. Veel meer mensen dan in Laos zoeken hun toevlucht in de toeristenindustrie. Van de autoriteiten zou je minder heil mogen verwachten. Onder de machthebbers schijnt corruptie en zakkenvullerij een alledaagse bezigheid te zijn. Op kleinere schaal profiteren ook vele politieagenten van hun positie. Maar wat wil je, als je maar 40 dollar per maand verdient. Dan kun je wel wat extra "koffie geld" gebruiken. In een land als Cambodja houd ik me instinctief op een veilige afstand van de arm van de wet.

Arriveer je per bus in Phnom Phen dan staat er je vast en zeker een brullende menigte “motor taxi’s” op te wachten, om het hardst roepend en zwaaiend om je aandacht te trekken. Toch wel imponerend! Bij onze aankomst stond er een goed doorvoede politieagent met een knuppel te zwaaien. Op de grond was een lijn geschilderd om een kleine zone voor de toeristen af te bakenen. Terwijl wij er instinctief onze toevlucht zochten werd de massa achter de streep gehouden. Heen en weer patrouillerend deelde de agent klappen uit waar mogelijk. Hij scheen er van te genieten. Maar wij waren hem er niet ondankbaar voor.

“Money makes the world go around…” Dat is een universeel principe, ook hier in Cambodja. Is het niet om je honger te kunnen stillen dan is het om je hogere behoeften na te kunnen streven... Om (snel) aan geld te geraken leent de toerist zich gemakkelijker dan een lange dag op het veld. Jammer genoeg is men niet altijd even creatief. Meestal gaat men als volgt te werk:
1) "moto taxi?" ... no thanks
2) "sight seeing tour?" ... no, I prefer to walk
3) (al fluisterend) "smoke?" ... nooo thank you, I don’t smoke
en als dit alles niet lukt gooit men zijn laatste troef op tafel:
4) "you want girl … boom boom?”
Dan gebeurt het wel eens dat ik uit mijn krammen schiet. Het is de trieste realiteit dat de seks industrie hier welig tiert. Het wordt in stand gehouden door rijke westerlingen die kwetsbare mensen het slachtoffer maken van hun eigen primitieve driften. Gelukkig schijnt de overheid de indruk te wekken het probleem te willen aanpakken door toch al zware straffen te vorderen voor delicten met minderjarigen.

Verder gaat het land nog gebukt onder haar tragische verleden. Jarenlange wrede onderdrukking door de Khmer Rouge laat zijn sporen na. Duizenden en duizenden burgers werden doodgemarteld of brutaal vermoord door Pol Pot en zijn trawanten. Elke intellectueel, iedereen die kon lezen of die een bril droeg werd beschouwd als staatsgevaarlijk en genadeloos geëlimineerd.

Maar ik wil afsluiten met een positieve noot. Cambodja is een uiterst interessant land! Ondanks het feit dat een groot deel van het land vernield is door ontbossing zijn er nog prachtige landschappen te vinden: het ruige noordoosten of het pittoreske Kampot in het zuiden. Wie dol is op zeevruchten rept zich daarheen. Het plaatselijke bier (zoals Angkor beer) is eveneens van uitmuntende kwaliteit. Dat kunnen ze onmogelijk van de Franse kolonialen hebben geleerd! Dan zijn er nog de monumentale tempels van Angkor Wat, temidden van de jungle. Dit is het grootste religieuze bouwwerk op aarde. Kolossaal, surrealistisch en onbeschrijfelijk! Statige getuigenissen van de eens zo bloeiende Khmer dynastie. En Phnom Penh, wat een bruisende stad!

Episode 3. Vietnam

Eerst nog snel een laatste "grensovergang" anekdote. Echt inventief deze keer. Heb je geld nodig dan trommel je enkele deugnieten op en positioneer je je aan de grens. Terwijl de van de lange reis uitgehongerde toeristen in het restaurant hun fried rice aan het nuttigen zijn geef je de buschauffeur een fooi, haal je de bagage uit de koffer, laad je alles op een kar en sleep je het naar de grens. Vervolgens verlaten de voldane toeristen het restaurant en merken tot hun grote verbazing dat de bus leeg is. Bagage verdwenen, …alles weg. Aan de grens aangekomen mag je dan natuurlijk voor de bewezen diensten betalen, wil je je rugzak terug krijgen.

Vietnam, het land van de brommers. 3000.000 alleen al in Saigon. De straat oversteken is hier een kunst. De vruchtbare Mekong delta, met haar duizenden rivierarmen en kanalen, de 'floating markets'. Gigantische hoeveelheden fruit, groenten en rijst worden hier met de bedrijvigheid van een bijenkolonie verhandeld. Prachtige kusten, vruchtbare vlakten en hoog oprijzende bergen, pareltjes van oude handelssteden (zoals Hoi An, het Brugge van Vietnam). Jammer genoeg is er al een verpletterende stroom van toeristen door het hele land getrokken. Toerisme is na landbouw de tweede grootste bron van inkomsten. De Vietnamees wil echt je geld hebben. Overal waar je gaat of staat slaat men je blikjes coca cola om de oren. Een mooi vergezicht ... kraampjes en verkopers, een prachtige tempel ... kraampjes en verkopers. Jammer soms, maar ja, ik heb besloten me hierbij neer te leggen. Heb je een andere keus?

Zoals Cambodja gaat ook Vietnam nog steeds gebukt onder haar tragische geschiedenis. Nooit in mijn leven zag ik zo veel door landmijnen verminkte personen. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met de gruwelijke gevolgen van napalm en andere defolianten: een hele generatie van kinderen (nu volwassen) met de meest verschrikkelijk genetische afwijkingen. Werkelijk hallucinant. Een ongelofelijke realiteit. Waar deze mensen de moed vandaan halen om in leven te blijven is me een raadsel.

Morgen avond de bus op naar Hanoi. Met op het programma Halong Bay en de oude Franse hillstation “Sapa”. Daarna neem ik enkele weken vakantie op de eilanden van Zuid Thailand en Maleisië: Ko Tao, Ko Pagnang en de Perhentians. Hoera!!

Thursday, November 09, 2006

Wat vooraf ging deel 1

Juni en juli 2004 - Thailand en Laos

Onderwerp: Belgium, do you read me?
Verzonden: vr 23/07/2004 11:52

Het is Tom hier, vanuit Vientiane, de hoofdstad van Laos. Voor het eerst in weken een goede computer en een vlotte internet verbinding. En om dit te vieren wil ik jullie een kort berichtje sturen om te zeggen dat ik nog leef, al word ik op dit ogenblik getroffen door de eerste verschijnselen die wijzen op een lichte koorts. Maar goed, deze avond vertrek ik naar het zuiden van het land (een 12 uur durende busrit - oponthoud wegens lekke banden, andere pannes, onberijdbare stukken weg, loslopende buffels, ... niet meerekenend). Op weg naar het Bolivan plateau, het dorpje Champasak en de 4000 eilanden (een gigantische eilandengroep in het midden van de Mekong). Afgelegen maar naar het schijnt wel een goede plek om rustig wat te chillen.

Laos is een uiterst verrassend land. Hoogst waarschijnlijk zal het een van mijn favorieten worden, maar er volgen natuurlijk nog vele andere landen. Een massa 'bezienswaardigheden' vind je hier niet echt. Laos moet het hebben van zijn natuurpracht en van de de mensen zelf. Anders dan Thailand gaat dit land nog niet gebukt onder een vernietigende stroom van toeristen (maar voor hoe lang nog?). De helft van het bergachtige landschap is nog bedekt met bossen. De overgrote meerderheid van de bevolking bewerkt nog op min of meer traditionele wijze de rijstvelden. Hoewel Laos één van de 20 minst ontwikkelde landen ter wereld is, wordt je hier niet meteen geconfronteerd met honger of schrijnende armoede. Iedereen schijnt zijn stukje land vlijtig te bewerken.

Vooral in het noordoosten van Laos leven veel minderheidsgroeperingen: traditionele bergstammen waaronder de Akka en de Mongh. In Muang Sing huurden we met een bont gezelschap een gids bij het "eco-trekking" bureau, de enige organisatie die in dit gebied “legaal” trektochten mag organiseren. Na een vier uur durende klim vanuit Muang-Sing overnachten we in een afgelegen Akka dorp, pal op de kam van een berg. Kinderen komen op ons afgestormd en roepen "sabaidee, sabaidee" (hallo) en stuiven verlegen terug weg als we dichterbij komen. Alle hutten zijn hier gebouwd op palen. Kippen, zwijnen, honden, katten, ... alles wat 2 of 4 poten heeft loopt hier in een grote chaos door elkaar. De hut waarin wij overnachten is die avond de "place to be", entertainment in een anders eentonig bestaan. De mannen drummen om binnen te kunnen. Ons kaartspel fascineert hen mateloos. Onze twee gidsen onderhandelen over de prijs van een fles Lao Lao whisky (welke de Akka mannen in Muang Singh gaan halen en de berg opsleuren). Sigaretten worden lustig van ons afgeluisd. Hout voor het haardvuur wordt gretig geruild tegen twee pakjes instant noodles. Enkele traditioneel geklede meisjes trachten onze hut binnen te dringen onder woest protest van de mannen, die geen vrouwelijke pottenkijkers dulden tijden hun "men’s business”. Neen, vrouw zijn bij de Akka is geen lachertje. Om 5 uur 's ochtends staan ze op. Wij worden gewekt door hun ritmisch gestamp van de rijst. Daarna vertrekken ze naar het bos om 2 uur later beladen met volle manden hout terug te keren. We zien rookpluimen opstijgen uit de hutten … breakfast-time! Kippen kakelen en speenvarkentjes krijsen luid onder het verorberen van het afval dat door de spleten van de hutten naar beneden valt. Vervolgens trekken de vrouwen in groepjes naar het rijstveld om bij valavond terug te komen. Dan zit hun dag er bijna op. Nog snel hun zuigelingen voeden, het avondmaal koken, de mannen een massage geven (daar kunnen wij Europeanen alleen maar van dromen) en hun bed in. Ondertussen roken de mannen opium, drinken ze Lao Lao whisky en vervelen ze zich te pletter. In deze dorpen is de emancipatie nog niet doorgedrongen.

Enfin, ik ben nu al ruim een maand onderweg. De vlucht naar Bangkok was vlot verlopen. Tijdens het wachten op mijn visa's voor Laos en Cambodja werd ik in Bangkok uit een restaurantje geplukt om te gaan figureren in een Thaise reclamespot (naar aanleiding van Euro 2004). Een loon van 1000 bath, dat is stevig verdienen! Verder heb ik een fijne tijd gehad in centraal en noord Thailand: Chiang-mai, Pai, de “Golden Triangle”, Chiang-rai, … Maar Laos is toch wel wat anders. Nog zo maagdelijk, uren/dagen in bussen en trucks over slijkwegen waartegen een jaagpad in de Ardennen op een boulevard gelijkt, zachte mensen, lekker bier (Bierlao - een begrip in Laos en omstreken), prachtige natuur, ... Tot gisteren reisde ik rond met een steeds wisselende maar immer vrolijke bende uit Nepal, Engeland, Australië, ... Nu is iedereen hun eigen weg gegaan en reis ik terug in m'n eentje verder zuidwaarts.