Sunday, May 27, 2007

Thailand

De tijd vliegt. Zeker in een stad als Bangkok. Eergisteren ben ik hier aangekomen na een welverdiende vakantie in het zuiden van het land en morgen verlaat ik haar reeds met pijn in het hart. Ondertussen heeft de stad me als nooit tevoren terug in haar greep en hebben mijn melancholische overpeinzingen van weleer plaatsgemaakt voor een hernieuwde verwondering. De zelfde verwondering die me overspoelde toen ik hier drie jaar geleden voor het eerst voet aan wal zette. In dat opzicht is het "nieuwe" Bangkok nog steeds die zelfde oude bron van grenzeloze verbazing en daar kunnen enkele opgeblinkte straatstenen niets aan veranderen.

Dit gezegd zijnde kom ik meteen ter zake. Want dit is een reisverslag en straks verwatert mijn schijven nog tot een flauwe liefdesroman en dat wil ik de lezers liever niet aandoen. Deze maand in Thailand is - zoals te verwachten viel - fantastisch geweest! Een ideale verpozing tussen de energetische drukte van India en de verkenning van een - voor mij - nieuw continent. Deze keer heb ik mijn tijd hoofdzakelijk gesleten op Koh Tao, aan de oostkust, in de Golf van Thailand. Een paradijselijk eiland dat weliswaar overwoekerd wordt door een gigantische duikindustrie. Zo'n 40 duikoperatoren voeren hier een bikkelharde strijd met elkaar om hun hoofden boven water te houden. Vrachten toeristen worden elke dag van de pier naar de duikshops vervoerd en PADI brevetjes regenen hier pijpestelen. Een vernielzuchtige en in schoolslag zwemmende armada van leerling duikers wordt dagelijks op de schaarse riffen en koraalpilaren losgelaten. De gevolgtrekking die we hieruit kunnen maken is tamelijk logisch: veel fileleed onderwater en alle interessante beestjes kiezen in een ijl tempo het hazenpad. Enkel de dappere "titan trigger vissen" laten zich niet van de wijs brengen en zorgen hier op Koh Tao voor frequente opwinding met hun verrassend aggressieve aanvallen. Als je zo'n beest of twee aan je vinnen hebt hangen kies je snel voor andere coordinaten. Maar goed, hier in Koh Tao duiken we louter om ons in onze behoefte aan stikstof te voorzien en het leven aan het strand kunnen we niet bepaald onaangenaam noemen. De ongeevenaarde Koh Taose zonsondergang licht de hemel elke avond ros en purper vlammend op. Nu en dan zoeken we verstrooiing in de plaatselijke bowlingbaan. Omver gestoten kegels worden nog op koloniale wijze handmatig terug recht gezet. Een verdwaald projectiel voelde zich jamerlijk aangetrokken tot mijn voet. Gezien ik me beweeg in een tropische broeihaard voor ontelbare bacterieen kan Tom enkele dagen later met een ontstoken teen naar de kliniek. Het strenge verdict luidt: "nagel trekken..." Gelukkig heeft de verpleegster veel oefening met het oplappen van geblesseerde toeristen die met hun brommertjes uit de bocht zijn gegaan en tien minuten later is de klus voor nog geen vijf euros geklaard. Daar kun je niet voor sukkelen!

Alles terug in orde dus en na een kortstondige revalidatieperiode kunnen er nieuwe plannen worden gesmeed en wel in de vorm van de "Similans". Deze groep van eilanden vormt een prachtig nationaal park, zo'n 100 kilometer van de westkust van Thailand verwijderd, in de Andaman Zee. In tegenstelling tot Koh Tao moet dit een "top" duiklokatie zijn. Het is het begin van de monsoon en we zijn de laatste boot die dit seizoen nog uitvaren zal. Mijn medepassagiers bestaan uit een schuchter groepje Deense leerling duikers en twee ietswat onnozele maar sympathieke Amerikanen: "Guy & Emily"... Lap, dat begint goed! De komende dagen zien er niet bepaald rooskleurig uit. Tijdens de eerste duik verkwanselen we al kostbare lucht terwijl G&E hun brilletjes lekken en ze als jojo's naar beneden ploegen en terug naar boven schieten. Maar na verloop van enige tijd valt het al bij al wel mee. Terwijl ik vrij spel heb om naar believe heen en weer te cruisen hangen de sympathieke Amerikanen als twee veiligheidsworsten (OSB's) hoog boven onze hoofden (op deze manier natuurlijk wel minder lucht verbruikend). Tijdens de nachtelijke driftduiken transformeren G&E in gevaarlijke projectielen die als kogels richting de honderden broze koralen schieten (net zoals de bowlingbal op mijn teen). Gelukkig opteren ze er snel voor om hun veilige positie in 'mid water' terug in te nemen, waar ze als lichtgevende sattelieten door de duisternis zweven, enkel in een eendenduik naar beneden spartelend wanneer onze duikgids of ikzelf iets interessant heb opgespoord. Maar we doen diepe en lange duiken en ik krijg waar voor mijn geld: geen manta's of walvishaaien maar een kleurrijk peloton van woest uitziende clown en titan trigger fish, patrouillerende reefsharks, schuchtere arend roggen, over de bodem glijdende stingray, zwart of geel gespikkelde boxfish en flink in de schubben zittende porcupine pufferfish, unichornfish, sierlijke angel- en butterflyfish, reuzachtige groupers en potato cods, giant barracuda, napoleon wrasse, oogverblindende nudibranch, komieke spunge worms, kronkelende gebande zeeslangen, regenboogkleurige parrotfish, stekelige rode en zwart gestreepte lionfish, bebaarde scorpionfish, harde en zachte koralen, metershoge zeewaaiers, met sponzen bezaaide rotswanden, dappere kleine anemone fish, lekkere tonijn en heerlijke snappers, scholen fuseliers en trevally, triljoenen damsel en nog zo veel meer, allen in een intieme dans met de zee verwikkeld, op de hypnotiserende deining van het water. En zo cruisen we voorbij de Similans, langs Koh Tachai en het kalkstenen Koh Bon. Nu en dan spelen dolfijnen in het kielzog van de boot en steken schildpadden hun kop boven water. Onder normale omstandigheden cirkelen hier een slordige 40 duikboten en nog eens dubbel zo veel plezierjachten rond. Maar nu hebben we de riffen voor ons alleen terwijl we ook nog eens worden getrakteerd op een brandende zon. Klasse!

En nu beleef ik dus een laatste triestige nacht in Bangkok. Afscheid nemen van Thailand is altijd een beetje bedrukkend en weinigen verlaten het 'land van de glimlachen' met hun gehele hart. Maar tegelijkertijd stijgt er een opwindende spanning gestaag naar haar top. Morgen vliegen we immers van vandaag naar gisteren, de meridiaan van de 180 graden over, tegelijkertijd terug in de tijd reizend en toch een onbekende toekomst - het mysterieuze Zuid-Amerikaanse continent - tegemoet. Santiago de Chile is mijn eerste halte. Tot dan.

No comments: